Jean Baptiste

Jean Baptiste maakt zijn droom waar

Jean Baptiste (39) woont in het noorden van Rwanda. Hij is getrouwd en heeft twee zoons en een dochter. Hij werkt als laborant in een kleine kliniek. Van wat hij verdient kan hij net rondkomen. In het begin had Jean Baptiste het zwaar op zijn werk. Het medisch personeel zag alleen zijn handicap en keek op hem neer. Maar Jean Baptiste bewees dat hij goed is in wat hij doet. Inmiddels hebben zijn collega’s respect voor hem en hebben ze vertrouwen in zijn werk.

Blijvende vriendschappen

Toen Jean Baptiste drie jaar was, kreeg hij polio. Als gevolg van die ziekte kan hij moeilijk lopen. Vijf keer werd hij geopereerd. Dat gebeurde op Gatagara, het gezondheidscentrum waar hij ook verbleef om te revalideren. Hij woonde op het centrum en ging er naar school. Jean Baptiste heeft goede herinneringen aan zijn jaren daar: opgroeien samen met kinderen die ook een handicap hebben, samen spelen en lol hebben. Zijn vrienden van toen ziet hij nog steeds. Ze zijn als familie voor hem.

Ook op Gatagara komt hij nog regelmatig. Het voelt nog steeds als zijn thuis. Hij gaat erheen als hij nieuwe krukken of beugels nodig heeft. Omdat hij voor een overheidskliniek werkt, heeft hij een ziektekostenverzekering. Daarvan kan hij de hulpmiddelen betalen.

Droom om laborant te worden

In 2004 fotografeerde Monique Velzeboer Jean Baptiste voor de kalender Durven Dromen. Hij zat toen in de vierde klas van de laboratoriumopleiding van Gatagara. Zijn droom was om laborant worden. En dat is hem dus gelukt! Na Gatagara haalde Jean Baptiste zijn bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. In de toekomst wil hij graag zijn master halen.

Steun en hard werken

Jean Baptiste is dankbaar voor wat het Liliane Fonds voor hem gedaan heeft. De ondersteuning heeft hem de kans gegeven om zich te ontwikkelen en om te komen tot waar hij nu is. Dat je met hard werken ver kunt komen, is iets wat hij wil meegeven aan kinderen die een handicap hebben. “Doe goed je best op school en dan kun je worden wat je maar wilt.”