Samuel Macaluey

‘Geen enkel kind is verspilde moeite’

19 januari 2025

Samuel Macauley (32) strijdt in Sierra Leone voor de meest kwetsbaren: kinderen met een handicap die in armoede leven. Als een leeuw zet hij zijn tanden in vooroordelen, stigma’s en discriminatie die hen beperken. “Wat ik ook doe in het leven, ik gebruik het als een middel om anderen vooruit te brengen.”

Samuel is operationeel directeur bij ontwikkelingsorganisatie One Family People (OFP), de landelijke partner in Sierra Leone van het Liliane Fonds. “Het Liliane Fonds is een van de weinige organisaties die kinderen met een handicap écht bereikt.”

Hoe is de positie van mensen met een handicap in Sierra Leone?
“Enerzijds zie ik vooruitgang. Er is meer bewustzijn over hun rechten doordat we nu wetgeving hebben die hun positie versterkt.

Anderzijds vechten we tegen hardnekkige vooroordelen en stigma’s. Soms hebben die zelfs fatale gevolgen. Wanneer een pasgeboren kind een handicap heeft, komt het voor dat de ouders het niet aanvaarden. Omdat hen is wijsgemaakt dat hun kind behekst is en het maar beter snel kan sterven.”

Kom je zulke stigma’s vaak tegen?
“Ja, maar vaak uiten ze zich minder extreem. Zoals mensen die niet in de buurt willen komen van een kind met epilepsie, uit angst voor ‘besmetting’ via diens speeksel, wat natuurlijk helemaal niet kan. Of wanneer ouders hun kind verbieden te trouwen met iemand met een handicap, omdat ze handicaps uit hun familie willen houden.”

Wat zijn de gevolgen van zulke ideeën?
“Door dit soort misvattingen krijgen kinderen met een handicap niet de steun en zorg waar ze recht op hebben. Ze worden genegeerd door hun omgeving – door ouders, familie, leraren – omdat die denkt dat het allemaal maar verspilde moeite is. En op latere leeftijd vindt iemand met een handicap geen baan omdat werkgevers denken dat diegene diens taken toch niet kan vervullen.”

Hoe verander je zulke diepgewortelde vooroordelen?
“Vanuit One Family People steken we veel energie in lobby richting de politiek om wetten en regels aan te nemen of te veranderen. Maar vervolgens moeten we samen met de overheid die ‘papieren waarheid’ óók vertalen in acties zodat er echt iets verandert.

Zo hebben we ons hard gemaakt voor de landelijke invoering van een wet ‘Radicale Inclusie in het onderwijs’. Toen die was aangenomen, hebben we leraren getraind, over wat inclusief onderwijs precies is en hoe de school rekening houdt met de behoeften van kinderen met een handicap.”

Wat is je doel?
“Ik wil negatieve opvattingen over mensen met een handicap veranderen. Daarmee bedoel ik ook opvattingen van deze mensen zélf, hoe ze over zichzélf denken. Vooroordelen en stigma’s tasten ook hun zelfbeeld aan.”

Waarom is dat nodig?
“Inclusie bereik je niet, enkel door van de overheid te eisen om ‘A, B en C’ te doen; je moet óók aan jezelf werken. Zodat je de kennis en vaardigheden hebt voor je rechten op te komen als de overheid niet doet wat het belooft. Daarom staan mensen met een beperking ‘front, back and center’ bij alles wat we doen. Zij zijn het gezicht en zitten aan het stuur van onze campagnes en programma’s.”

Wat motiveert jou om dit werk te doen?
“Ik ben letterlijk opgevoed met het idee van iets te betekenen voor anderen. Mijn vader werkte bijna 50 jaar als leraar en mijn moeder leidde een organisatie voor vluchtelingen van de burgeroorlog in Sierra Leone (1991-2002, red.). Ik hielp haar  en werkte bijvoorbeeld met mensen die amputaties hadden ondergaan. Van inclusie had ik destijds nog nooit gehoord, ik zag alleen een enorme noodzaak. Die drive heb ik nog. Wat ik ook doe in het leven, ik gebruik het als een middel om anderen vooruit te brengen.”

Wanneer voel je de grootste voldoening?
“Het meest aangrijpende van mijn werk, zijn voor mij de vergeten, onzichtbare kinderen. Van wie de ouders de hoop hebben opgegeven. Het grootste succes voel ik als we die ouders hun kind tóch kunnen laten aanvaarden. En ze het op eigen kracht kunnen verzorgen en liefde geven.”