Aangekondigde bezuinigingen ontwikkelingssamenwerking desastreus voor kinderen met een beperking
20 februari 2025
De bezuinigingen van het Kabinet op ontwikkelingshulp zijn desastreus voor kinderen en jongeren met een beperking in het lage-inkomenslanden. Door te bezuinigen op gendergelijkheid, onderwijs en klimaat, het maatschappelijk middenveld en door de bijdrage aan Unicef (de VN-organisatie die zich richt op de rechten van kinderen) te halveren, raak je juist kinderen en jongeren. Er blijven wel investeringen op voedselzekerheid en toegang tot schoon water maar het is totaal niet duidelijk hoe mensen met een beperking gaan profiteren van deze programma’s.
Het enige lichtpunt is dat er inzet blijft op mondiale gezondheid en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). In de brief staat dat binnen gezondheidszorg en SRGR wordt ingezet op het wegnemen van barrières en vergroten van toegang tot zorg. Maar als de minister wil dat dit effectief is, zullen binnen al deze programma’s mensen met een beperking moeten worden opgenomen. Niet toevallig of incidenteel ‘als het zo uitkomt’, maar door intentioneel alle inzet van Nederland op gezondheid en SRGR toegankelijk en inclusief te maken voor iedereen.
In tijden van toenemende instabiliteit, zou je juist meer moeten investeren in ontwikkelingssamenwerking. Zodat mensen de kans krijgen een stabiel leven op te bouwen. Voor een positieve inzet voor kinderen met een beperking, is echter naast gezondheidszorg ook inzet op gendergelijkheid, onderwijs, en werkgelegenheid nodig. Juist daarom is het werk van het Liliane Fonds gericht op brede en duurzame programma’s binnen de gemeenschap.
Binnen gendergelijkheid en vrouwenrechtenprogramma’s is aandacht voor intersectionaliteit, wat betekent dat rekening wordt gehouden met diverse barrières en behoeften van mensen, ook van mensen met een beperking. Door hierop te bezuinigen, zal belangrijk werk voor de rechten van vrouwen met een beperking niet doorgaan.
De halvering van de bijdrage aan Unicef betekent dat Unicef minder kan doen voor kinderen met een beperking. Unicef is bijvoorbeeld actief in conflictgebieden zoals de Democratische Republiek Congo. Het stoppen met onderwijsprogramma’s staat haaks op het creëren van stabiliteit en handelskansen want daarvoor is juist het helpen van jongeren aan een baan relevant. Jongeren met een beperking profiteren juist doordat met deze programma’s een link wordt gemaakt tussen opleiding en werk, waardoor ze er economisch op vooruitgaan. De gevolgen van de keuzes van bezuinigingen zullen daarom vooral negatief uitpakken voor kinderen met een beperking.